PVT als Erfgoed?

Nederland heeft in totaal dertien werelderfgoedsites. Twaalf hiervan kan je ook in Nederland bewonderen, één bevindt zich namelijk in Curaçao. Denk hierbij aan de Amsterdamse Grachtengordel, de Waddenzee en de Hollandse Waterlinies. Vorig jaar nog werd als noordelijke trots de Eise Eisinga Planetarium in Franeker aan dit lijstje toegevoegd. Dit zijn natuurlijk allemaal culturele of natuurlijke typen van erfgoed. Maar er is nog één laatste categorie waar misschien het PVT wel toebehoord: immaterieel cultureel erfgoed.  

Wow moeilijk woord opeens; immaterieel. In het kort kan je zeggen dat het betekent: niet tastbaar. Als je het dan hebt over immaterieel erfgoed is het dus erfgoed wat niet tastbaar is. Dit zijn bijvoorbeeld: sociale praktijken, rituelen en kennis. Festiviteiten zoals het PVT kunnen hieronder vallen.

Maar waarom is PVT dan geen immaterieel erfgoed? In 2003 besloot UNESCO, De Organisatie der Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur, te definiëren wat ze exact bedoelden met immaterieel erfgoed. Hiermee konden de landen die lid waren van UNESCO ook hun nominaties indienen voor wat zij zagen als erfgoed:

  • Ten eerste, het moet een traditie zijn en ook nog levend in de harten van mensen van vandaag. Oftewel het moet zowel vroeger als nu van belang zijn geweest voor een groep mensen.
  • Ten tweede, het moet inclusief zijn. In andere woorden het moet zijn overgedragen van generatie op generatie, mensen hebben verbonden en bijgedragen hebben aan de schepping van een identiteit. Mensen zouden zich verbonden moeten voelen aan een gemeenschap.
  • Ten derde, het moet representatief zijn. Het is afhankelijk van de gemeenschap, van mensen die de kennis, skills en gewoontes bewaken voor toekomstige generaties.

Maar het belangrijkste uit de lijst is, je gokt het al: de gemeenschap. Als de gehele gemeenschap besluit dat iets immaterieel erfgoed is, wie kan dan vertellen dat het niet zo is? Daarom pleit ik ervoor dat wij als trouwe PVT’ers ons toernooi gaan beschouwen als immaterieel erfgoed. Misschien dat we dan ooit mogen pronken op de UNESCO lijst.

Cabaret of Keihard Meezingen?

Vannacht mochten we allen weer genieten van een gezellige en geslaagde feestavond. Nu moeten we zorgen dat we wakker blijven voor het restant van het toernooi. We gaan ongetwijfeld de leuke beelden ook terugzien in de PVT-film die wordt getoond tussen de finales op zaterdag. Wat voor entertainment hadden we vroeger eigenlijk op PVT?

In de jaren 70, 80 en 90 lijkt er geregeld ook een feestavond te zijn georganiseerd. Elk jaar weer werd hiervoor het Café-restaurant-zalencentrum Bellevue gebruikt. Vanaf 1880 stond dit trots aan de Dr. Nassaulaan. Nu zijn hiervoor appartementen in de plaats gekomen. Wat er precies in deze zalen gebeurde tijdens de feestavond is voor het grootste deel onbekend, misschien maar goed ook. Wat we wel weten is dat er naast muziek van verschillende bands ook geregeld een cabaretgroep aan de pas kwam. De cabaretgroep “Meesters en Minstrelen” wordt in 1982 voor het eerst genoemd in het PVT-verslag van het Nederlands Dagblad. Deze groep bestond uit de heren Henk Huizinga, Henk Sturing, Roelof van der Veen en Marnix Onrust. Ze keerden in de jaren 80 geregeld terug op het PVT. In het jubileumjaar 1987, toen het PVT twintig jaar bestond, werden deze heren vergezeld door andere cabaretgroepen. Dit waren de cabaretgroepen “Vier Broederkens” en de groep “Eusje, Eusje.” Zij zouden ook al eerder het PVT-podium hebben bestegen en mochten dus nogmaals aantreden.

Naast de cabaret en de muziek had het PVT nog iets anders wat behoorde tot de tradities. Omdat het PVT normaal gesproken ook plaats vond tijdens Pasen werd er ook tijd ingelast voor de kerkdienst op Goede Vrijdag. Daarnaast waren er af en toe tussen de finales door ook demonstratiewedstrijden. Dit waren oude PVT-teams die even terugkeerden op het strijdtoneel, of zitvolleybal waar de sportclub voor gehandicapten “Bartje” hun talenten lieten zien.

De feestavond en de finale dag zoals we die nu kennen had dus wel degelijk een andere invulling dan die we nu kennen. Maar hé zo gaat dat nu eenmaal. Wat misschien wel hetzelfde is gebleven, is het vele bierdrinken, dansen en liefde die wordt gevonden tijdens deze avond.

De Echte Prijzen?

Zoals elk jaar strijden de beste teams in de finale tegen elkaar voor de felbegeerde bekers. Hiermee komt natuurlijk de eer dat je een jaar lang PVT-kampioen mag zijn. “Maar misschien is meedoen belangrijker dan winnen?” Aldus de verliezers van de finales.

Toch waren er jaren in de PVT-geschiedenis dat er helemaal geen beker was, of dat er zelfs meerdere bekers werden uitgedeeld. Laten we even kijken wanneer en waarom PVT besloot om meerdere, of geen, bekers uitdeelde in de vorige eeuw.

Laten we even teruggaan naar 1975. Het Nederlands Dagblad deed ooit nog uitgebreid verslag van alle wedstrijden. Naast de verslaggeving waren ze ook sponsor van de zogeheten ND-beker. Dit was een wisselbeker bestemd voor het meest georganiseerde team van het toernooi. Daarnaast werd er ook een fairplay beker uitgedeeld, bestemd voor het meest sportieve team.

1977 was een heel arm jaar voor de winnaars van het PVT. De winnaars gingen namelijk niet met een beker naar huis, maar met medailles op een houten voet. Dit was namelijk goedkoper dan de bekers. Nu zal je wel denken, “het PVT moet dan wel geen geld hebben gehad.” Toch had het een hele mooie reden. Het geld wat bespaard werd met de bekers zou namelijk gaan naar de vereniging Dit Koningskind. Deze organisatie zet zich in voor mensen met een (licht)verstandelijke, lichamelijke of sociale beperking en hun directe omgeving. Toch waren sommige teams hier niet van op de hoogte, hoe dat is afgelopen is onbekend.                                                      

De ND-beker verdween in de jaren 80 van het strijdtoneel. In 1981 konden de teams alleen nog om de fairplay prijs strijden. In 1982 kwam hier nog een aanmoediging prijs bij. Deze prijzen lijken ook in de jaren 80 langzaam te zijn verdwenen. In 1991 kwam er een hele unieke prijs bij: de tegenprestatiecompetitie prijs. Een lange naam voor een prijs die bedoeld was voor de leukste actie van een team voor hun pleegouders.

De leukste prijzen werden gegeven in 1992. Met het 25-jarig jubileum werd er groots uitgepakt met de prijzen. Zo konden er prijzen worden gewonnen voor het mooiste shirt, de beste yell, het leukste lied en ook de leukste tegenprestatie.

Nu heb ik een vraag voor alle verliezers van het PVT: welke prijs zouden jullie kunnen winnen en waarom?

De Gemiste Kans

“Er gaat niets boven Groningen,” werd als slogan bedacht in 1987 voor de promotie van de provincie. Het geeft je de indruk dat er inderdaad niets boven Groningen gaat. Hoewel deze slogan de tweede keus was in 1987, is het niet meer weg te denken uit het vocabulaire van de gemiddelde Groninger.                                                                                            

Super interessant natuurlijk, maar dit gaat toch niet over PVT? Eigenlijk wel. We kennen allemaal Assen als de PVT-stad, toch was Groningen de allereerste PVT-stad van Nederland. Daarmee was ook niet De Timp, maar de Korenbeurs de allereerste PVT-locatie. De plek waar je nu als Groninger student je broodjes ophaalt voor het college was ooit de plek waar ballen door de zaal heen vlogen. Op 23 maart 1967 vond daar een toernooi plaats tussen vijf scholen, vier uit Groningen en één uit Assen.                                                                                     

Blijkbaar was het geen succes want de Groningers waren niet enthousiast om het toernooi het volgende jaar opnieuw te organiseren. Tot grote verdriet van de ULO uit Assen die volgens het Nederlands Dagblad uit 1992 wel oren hadden naar een tweede editie. Dit is waar de slogan van de Groningers even niet meer van toepassing is. Het potentieel van dit toernooi ging duidelijk de pet van de Groningers te boven.               

Maar niet van de Kontakt Organisatie (K.O.) van de Gereformeerde kerk in Assen. Zij waren op 26 maart 1968 opgericht om de vrijetijdsbesteding in te gaan vullen met christelijke activiteiten. Leden van deze organisatie hadden blijkbaar het toernooi in Groningen nog in het achterhoofd en besloten dan ook dit toernooi te organiseren vanaf 1969. Eén jaar hiervoor hadden leraren en leerlingen van de Gereformeerde MULO uit Assen al besloten het toernooi voort te zetten. Dit gebeurde nog in de Aubussonhal aan de Vaart en duurde maar één dag. Toen de K.O. besloot het toernooi over te nemen waren er maar 160 deelnemers. Het toernooi zou twee dagen duren en werd voor het eerst gehouden in De Timp.

Zo begon het nu beroemde toernooi wat wij kennen als PVT. Inmiddels zijn we 57 jaar verder en kunnen we misschien voorzichtig concluderen dat als het gaat om het organiseren van toernooien, Assen boven Groningen staat.